Menu

A

|

A

Viva Vietnam en liefde op Bali

Viva Vietnam en liefde op Bali

Hanoi, onze laatste bestemming met de meiden. Die gedachte alleen al maakt me verdrietig. Het is zo fijn om na bijna 3 maanden weer even je eigen vriendinnen en zus te zien. Meteen weet ik weer waarom ik zo van deze dames houd. En zusterliefde, de mensen met een zus weten wel wat ik bedoel 🙂 We zingen, lachen, drinken en genieten hier wat af. We krijgen regelmatig te horen dat mensen het zo gezellig met ons vinden. Yep, my girls!

In Hanoi verblijven we in een hostel wat een waar backpack paradijs blijkt te zijn. Elke avond wordt er wel een feest georganiseerd en de kroegentochten lopen vaak uit de hand, op een goede manier 😉
We arriveren rond 8 uur ’s ochtends en beginnen de dag meteen met een 2 uur durende stadswandeling door Hanoi. We komen langs een lokale markt waar rauw vlees van kuikens, varkens, stukjes hond en bizar grote opengesneden vissen op vieze stukken karton uitgestald liggen op de grond. Ook zien we veel oude en mooi gerimpelde omaatjes met traditionele Vietnamese hoed langs lopen met een stok op de schouder en twee hangende schalen aan beide uiteinden. Ze verkopen echt van alles. Van groenten en fruit tot maandverband en bezemstelen. We lopen verder langs de enorme stoffenmarkt waar werkelijk elke kleur stof in verschillende materialen kan worden gekocht. Na de lunch bekijken we de vele winkeltjes met allerhande souvenirs en ploffen we neer op een terrasje om lekker mensen te kijken. Het straatbeeld van Hanoi is rumoerig en kleurrijk.
Tegenover het hostel heeft een oudere dame het goed bedacht: half the prize, dubbel the size. Dus zitten we op krukjes voor haar woning op de stoep met een fles vodka en 7-up. Dit voor nog geen 3 euro. Als de politie komt worden we weggestuurd. Tenzij je stil bent en in een donker steegje wacht tot zij gepasseerd zijn. Daarna mag er weer gepraat worden. Tot de politie weer langs komt: kleppen dicht! Hilarisch. Only in Hanoi!

De volgende dag gaat de wekker vroeg want we nemen de bus naar Halong Bay. Dit gebied in de Golf van Tonkin bestaat uit 1600 waanzinnige eilandjes en rotsen die willekeurig uit de oceaan lijken te schieten. Het begint een beetje afgezaagd te worden maar jeetje, weeeer zo’n paradijs. Net alsof we naar een ansichtkaart kijken. We stappen op de boot en openen direct een biertje op de ‘Castaway’ manier. Met een mes wordt een gat in de onderkant van het blikje gemaakt. Dan moet je hem wel schuin vasthouden, voordat alles eruit loopt. Je zet hem aan je mond en maakt tegelijkertijd aan de bovenkant het blikje open en slok, slok, slok, gone!! Door de zuurstof toevoer gutst het bier uit het blikje. Helaas zijn we nog niet erg geoefend dus loopt het niet helemaal lekker en door de zuurstof blijven we boeren. Bleh. We houden het verder bij drankjes met een rietje 😉 Na het kajakken tussen en onder de rotsen door laten Chan en Es ons even zien wie de echte bikkels zijn. Ze springen zo van de zeker 6 meter hoge boot af!! Ik krijg al klamme handjes als ik de dames over de railing zie hangen. Echte lefbeesten!! Pas daarna zien we een enorme kwal met hele lange tentakels de boot passeren. Als ze daar op zouden zijn gesprongen…!!

’s Avonds op de boot gaan we strijdlustig langs een tafel met kaarten staan, klaar om te winnen met drankspelletjes. Als ik binnen 3 minuten de tepel van een smerige kerel moet likken (vies, harig, dik en zout van het zweet) houden we het voor gezien. Alleen Don blijft nog staan maar gelukkig vallen haar opdrachten mee. Wel moet ze van kleding ruilen met een enorme kerel… Lekker, andermans zweetshirt aan. Gelukkig zit er al wat alcohol in dus ziet zij hier de lol van in. Wij blijven lekker zitten en aanschouwen het tafereel. Schmutziger bootsjungens, dan maar een loser, toedeloe!

We slapen in prima hutten op de boot en komen de volgende dag aan op het privé eiland van Castaway. We zonnen, zwemmen, genieten en besluiten berg te beklimmen. Don en ik gaan als eerste. Het blijkt behoorlijk lastig dus halverwege de berg taaien we af. Joyce, die eerst nog twijfelde te gaan, gaat daarna als een raket de berg op! Left foot up, change weight, right foot up. Voor we het weten zit ze in de top van de berg! 22 meter! Wauww! We juichen en zijn apetrots!
Na deze inspanning is het tijd voor ontspanning en drinken we biertjes op het privé strand. Genieten geblazen! Douchen onder de bomen en dan staat het eten alweer klaar. Gegrilde kip, groenten en kreukelfrieten!! Yummmm! Lekker smikkelen! Na wat dansjes en drankjes gaan we de zee in om de plankton te laten shinen. Hoe het precies zit weten we nog steeds niet maar als het een paar dagen warm genoeg is geweest en de maan niet teveel licht geeft (Black moon was het die avond) lichten de plankton deeltjes op als zij in de zee in beweging worden gebracht. Dat gebeurde dus, en hoe!! Overal fluoriserende fonkelende mini sterretjes, het lijkt wel magic! Als ware nacht meerminnen spetteren we in het water totdat de lichtgevende plankton op onze huid blijft plakken, zo leuk! Na nog wat drankjes gaan we slapen in onze hutjes op het strand. Klamboe en anti-insecten spul weer paraat en in slaap vallen met de brekende golven als achtergrond muziekje, sweet dreams 🙂
’s Nacht gaat het onweren en worden we weer getrakteerd op een echte lasershow. De zee en rotsen van Halong Bay worden zo nu en dan verlicht door de lichtflitsen die door de lucht schieten. Puur natuur!
Helemaal zen worden we wakker op het eiland en hebben we een heerlijk ontbijtje. Dan gaan we de boot weer op om terug te varen naar het vaste land. Dat betekent dus ook dat de meiden morgen alweer naar huis gaan. Ik moet er echt nog niet aan denken, wat zal ik ze missen.
Die avond gaan we nog een keer met zijn allen op de plastic krukjes zitten met een broodje shoarma van de overkant en proosten we op twee geweldig leuke weken!
Als de volgende morgen de wekker gaat weten we allemaal dat het er nu echt op zit. Nog een keer met zijn allen ontbijten, spullen inpakken en met de taxi naar de luchthaven. Bij het afscheid vloeien er wat traantjes over de wangen, maar niet te lang blijven treuren want we hebben het super leuk gehad!
Omdat er met de meiden ook heel wat energie is vertrokken en we niet bij de pakken neer willen zitten, besluiten Don en ik die avond mee te doen aan de kroegentocht die het hostel organiseert. En dat is me er een, hou op schei uit. De laatste dagen in Hanoi vullen we met culturele bezoekjes en we gaan voor 2 dagen naar Mai Chau. Dit is een klein authentiek plaatsje 4 uur rijden van Hanoi vandaan. Tussen het bergachtige landschap liggen vele rijstvelden, grazen buffels en zien we de Vietnamese boeren (wat vooral vrouwen zijn) aan het werk, compleet met traditionele hoed op. Op de fiets verkennen we een paar kleine dorpjes en leren we hoe een zijden sjaal met de hand geweven wordt. Een karweitje van zo’n 60 uur. We slapen bij locals thuis en de volgende dag gaan we op semi-automatische motors door de bergen, langs een waterval en naar een stuwmeer. Vanuit dit meer worden de rijstvelden van water voorzien. Terug in Hanoi pakken we onze tas in om de volgende morgen voor het eerst sinds 3 maart het vliegtuig te nemen; off to Singapore!!

Als we na een prima vlucht de metro uitstappen staan we midden in het centrum van Singapore. Het is al donker en de overweldigende wolkenkrabbers zijn spectaculair verlicht. Wooow!! Wat een ontvangst! We vinden een hostel, frissen ons even op en gaan dan meteen de H&M in, die hebben we gemist!
De volgende dag vermaken wij ons met de hop on-hop off bus en ’s avonds spreken we af met een kennis van Donja die al 2 jaar in Singapore woont en werkt. Hij laat ons de leukste uitgaansplekken van de stad zien. Dat is handig, want je mag niet overal op straat drinken. Als je uit je flesje water drinkt in de metro kun je bijvoorbeeld een boete krijgen! Daarom beginnen we op een brug, de enige plek waar je wel buiten mag drinken en roken, met uitzicht op de vele terrasjes van het uitgaansgebied. Overal staan en zitten jongeren gezellig een biertje van de supermarkt te drinken, want de bars en cafés zijn veel te duur. Daarna gaan we een danscafé in waar een band speelt. Het is er gezellig maar na twee biertjes zijn we blut. Zo slijten we onze dagen in Singapore. Overdag cultureel en ’s avonds lekker hangen. Het is leuk om mensen te kijken. We zien veel westerse expats, rijke Arabieren, Chinese handelaren, Indiërs en een handje vol toeristen. Natuurlijk bezoeken we ook de Marina Bay Sands, het prestigieuze hotel met een zwembad tussen de drie gebouwen bevestigd op de 57e verdieping. Tegen de avond komen we nog een keer terug om de skyline ook by night te bewonderen. We geven hier te veel geld uit, maar je bent niet in Singapore geweest als je niet van dat uitzicht hebt genoten; fantastisch!!! Ja, we houden van Singapore; van de luxe, de skyline, de ontelbare hoeveelheid ruime winkelcentra, MacDonalds, de schone straat en lucht en stiekem vinden we de vele Ferrari’s, Lamborghini’s en Porsches ook wel interessant.

Na 4 nachten in Singapore vliegen we verder naar Bali!! En Jaja, hier gaan we ubs van het vliegveld halen!!! EINDELIJK!! Na precies 3 maanden zie ik ubs weer in het echt. En hoewel we elkaar veel gezien en gesproken hebben via FaceTime en Skype kan ik echt niet wachten om hem te zien!!
Als we op de luchthaven van Denpasar, Bali, aankomen krijg ik al een beetje kriebels in mijn buik. Over ongeveer 24 uur loopt Ubs hier ook. Hetzelfde gebeurt als we door Kuta lopen. Ineens kijk ik anders naar de omgeving, hoe zal hij dit vinden? Oh, leuk tentje om te eten, past wel bij Ubs. En zo gaat dat door. Bram en Ginger zijn al een paar dagen in Kuta dus ’s avonds spreken we af. Zo leuk om ook hen weer te zien. Zij zijn eind januari naar Azië vertrokken dus dat is al helemaal lang geleden.
De volgende dag begint lekker op het strand van Kuta en rond 19.00 uur staan we op de luchthaven. Enigszins nerveus dringen we asociaal ver voor om de aangekomen toeristen te screenen. Nee, nog geen Ubs. Twee uur later nog niet. De rij bij immigrations is extreem lang maar dan eindelijk zie ik hem!!! Rennnennnn!! Ja, dit had leuk geweest voor hello-goodbye!

Ubs is gearriveerd en dat betekent lekker luxe uit eten en genieten van al het moois op Bali. De volgende dag nemen Don en ik surf-lessen. Paddle, paddle, stand-up, right foot first, go!! We beginnen op het strand en gaan na een paar keer oefenen de zee in. Allebei hebben we een eigen instructeur die ons bord in balans houdt en ons de juiste golven laat pakken. En warempel; allebei blijven we staan. Het is nog wat wankel en verdient geen schoonheidsprijs maar we staan en laten ons voortduwen door de golven!! Wooeeeehoeeeww!! Het is loodzwaar dus na 2 uur zijn we uitgeteld en de volgende dag zijn de spieren stijf, maar wat gaaf!

Na 2 dagen met Ubs in Kuta gaan we landinwaarts richting Ubud. Hier heeft Fleur 3 maanden voor haar minor gezeten dus we zijn benieuwd naar het dorpje en de stichting waar zij onderzoek voor heeft uitgevoerd. We slenteren de lange dorpstraat af tot we een leuk vrouwtje tegen komen die nog 3 slaapkamers vrij heeft. Toeval bestaat niet toch? Het huis blijkt letterlijk achter de stichting Sjaki-Tari-Us te staan! Het vrouwtje, ze noemt zichzelf mama Loka, schiet meteen in de lach als ze Rubens 2.02 meter lange gestel ziet. Als we de kamer in willen en Ruub enorm moet bukken om er doorheen te kunnen, stikt ze zowat van het lachen. En dat blijft de komende twee dagen zo.
Een paar stappen verderop zit ook een goede massagepraktijk en leuke cocktail lounge waar we lekker neerploffen. De volgende morgen willen we naar het speelkwartier van de stichting maar deze blijkt vreemd genoeg gesloten. Helaas pindakaas:( Dan huren we scooters en komen langs waanzinnige rijstvelden. De echte, met super veel plateaus! Als ik in de Lonely Planet over een chocolade fabriek lees worden Gin, Don en ik enthousiast. Volgens de LP is het makkelijk te vinden en open voor bezoekers. Allebei niet waar. Als we de fabriek eindelijk hebben gevonden blijkt deze gesloten te zijn voor de enorme hoeveelheid toeristen. Er moet eerst een en ander aangepast worden om de mensen stroom aan te kunnen. Again, helaas pindakaas.

De volgende morgen staan we vroeg op om met de bus en boot naar de Gili eilanden te vertrekken. Deze 3
eilanden naast Lombok schijnen paradijselijke eilanden te zijn waar goed gesnorkeld kan worden. Het is er ook lekker eilands primitief; in plaats van auto’s of scooters gebruikt men paard en wagen als vervoersmiddel.
Enigszins teleurgesteld stappen we op het strand van Gili Trawangan. Het is niet dat het geen plaatje is, we zien het blauwe water, het witte zand en de kleurrijke bloemetjes in de bomen. Het strand is alleen vies van sigarettenpeuken, aangespoeld dood koraal en het water is inmiddels niet meer helder. De paarden staan soms te wankelen op hun poten vanwege de zware lading die zij in de aanhangkarren over het zand moeten trekken. Als een paard even verderop letterlijk omvalt heb ik mijn buik er van vol. Het eiland is eigenlijk ten onder gegaan aan de vele toeristen die dagelijks aankomen. Maar zowel Bram en Ginger als Don en ik hebben al zoveel gezien, wij zijn inmiddels gewoon verwend. Gelukkig zien we wel heel mooie en schone stranden als we op de fiets het eiland rond gaan. Ook hier doen we lekker luxe en eten en drinken we bij mooie strandtenten. Na 3 nachten op Gili Trawangan gaan we verder naar het tweede eiland, Gili Meno. Hier is vrij weinig te doen en dat betekent weinig toeristen en dus schone stranden, mooie resorts voor weinig en geen dronken backpackers. Helaas kunnen we maar een nachtje op dit eiland blijven. Omdat we nog meer van Bali willen zien gaan we met de speedboot terug naar Sanur. We hoorden goede verhalen over Sanur, wat een luxere badplaats is op Bali. Misschien zaten wij in een verkeerd deel van Sanur, is de badplaats in een paar jaar verloederd of heeft het met het seizoen te maken, maar wij vonden het maar een armoedige zooi. Een lelijk en (daarom waarschijnlijk) leeg strand, niemand in de zee en geen mooie boulevard maar een soort vergane stoep tussen de hotels en het strand.. Nou, Ruub concludeert: wat een pauperzooi dat Bali. Waarschijnlijk moet je veel centen neerleggen om aangelegde parken en andere paradijsjes te zien. Na één nacht in Sanur in een eng hotel (rattenkeutels, schimmellucht en enge buddhistische beelden van monsters met ontblote tanden) gaan we terug naar Kuta. Dat mag dan het Chersonnisos van Bali worden genoemd, het is er wel levendig, gezellig en je kunt er gewoon op een strandbedje liggen. Dat doen we dus ook en ’s avonds eten we bij een mooie tent aan het strand waar een enorm resort aan vast blijkt te zitten. We mogen een kijkje nemen bij het zwembad en dat bieden ze niet voor niets aan. Het ziet er fantastisch uit dus de volgende dag vroeg uit de veren om gebruik te maken van de zwembaden, glijbanen, pingpong tafel, bubbelbaden, ligstoelen, handdoeken en uitstekende service. Daar moet natuurlijk wel voor betaald worden maar na de teleurstelling in Sanur boeit ons dat niet meer. Ter compensatie eten we die avond voor een paar euro bij een warung, een Indonesisch restaurantje in de buitenlucht. We willen opblijven want ’s avonds speelt Nederland zijn eerste WK- wedstrijd tegen Spanje. Daarom duiken we een kroegje in. Helaas sluit die al vroeg dus besluiten we nog even terug te gaan naar het hotel, een powernapje te nemen en daarna de wedstrijd – die hier om 03.00 uur begint – te kijken. Dat wordt natuurlijk niks en om 06.00 uur ’s ochtends schrik ik wakker!!! Neeee, zo’n mooie wedstrijd gemist! Hoe krijgen we het voor elkaar.

Als we de volgende dag op het strand liggen worden we verschillende keren gevraagd of we Nederlands zijn. Belanda, zoals ze Nederland hier noemen, en dan krijgen we een high five. Niet alleen wij zijn onder de indruk van de prestaties van het team van Van Gaal. De bevolking is hier sowieso vriendelijk en de meeste zijn altijd wel in voor een geintje. Een ijsverkoper op het strand schreeuwt bijvoorbeeld de hele dag ‘I scream You scream’. Leuke woordspeling. Als we er om lachen komt hij meteen meer grapjes maken, de naam Ruben wordt Arjan Rubben en zo haalt hij nog meer trucen uit.
De dagen gaan snel en we willen nog veel doen dus de volgende dag nemen we een taxi naar een mooie baai waar een tempel boven een rotswand is gebouwd. We krijgen allemaal een rok aan en slenteren richting de cliff waarop de tempel staat. Het uitzicht is fantastisch! De azuurblauwe zee kleurt wit als de golven tegen de rotsen breken, de rotswand is hoog en steil en daarboven staan mooie bomen met groene bladeren en kleurrijke bloementjes. Dan rijden we verder naar Padang Padang, een klein strandje tussen een rotsachtig gebied. Dit is inderdaad heel erg mooi en de tweede week van Bali begrijpen we beter waarom dit zo’n populaire vakantiebestemming is. Wat ook leuk is aan Bali en waarschijnlijk heel Indonesië is de Nederlandse invloed die je overal terug vindt. We hebben zo veel Nederlandse woorden gezien: rekening, halte, secretaris, dokter, beton, marmer en ga maar door. Tijdens de voetbal is heel Indonesië voor Nederland en heel veel mensen kunnen een aardig woordje Nederlands. Super leuk!

We trakteren onszelf vervolgens nog een keer op een goedkope massage. In Singapore en Australië zijn die niet te betalen, dus we nemen het er van.
Ruub en ik liggen naast elkaar in een kamertje en de dames die ons masseren zijn echt mini!! Ik moet vreselijk lachen als het meisje van 19 de tafel waar Ruub op ligt probeert te verschuiven. Er komt totaal geen beweging in dus moet zij haar collega om hulp vragen. Ook worstelt ze enorm om haar ene hand op Ruub zijn schouder te leggen en tegelijkertijd kracht uit te oefenen op zijn heup. Volledig gestrekt lukt het haar net aan om deze massage techniek in praktijk te brengen en ook zij moet er om lachen. Dan zijn de voeten aan de beurt. Haar twee handen boven elkaar zijn nog kleiner dan een schoenmaat van Ubs dus ook dan kijkt ze mij weer giechelend aan! Hilarisch. Even een foto’tje dan maar.
De laatste dag van Ubs gaan we naar het waterbompark in Kuta. Bram en Ginger gaan ook mee, zij zijn inmiddels ook terug in Kuta. In het park staan allerlei hoge waterglijbanen en je kunt er lekker relaxen op bedjes en in banden op het water. Gin en ik krijgen spontaan pretoogjes van de ‘Climax’. De glijbaan is maar 16 meter hoog, maar gaat zo ongeveer recht naar beneden met onderaan een looping. Je gaat per persoon in een kabine staan en dan wordt er afgeteld. Three, two, one, launch. Een klep onder je voeten klapt open en dan val je dus met een rotvaart naar beneden. Met 70 km per uur, 2,5 g-force en 7 seconden schiet je door de baan en is het klaar. GRUWELIJKKKKK!!! De rest van de glijbanen stellen daarna nog weinig voor maar alles blijft leuk. Vooral diegene waarbij je met 2 of zelfs 3 personen in een band alle kanten op wordt geslingerd zijn hilarisch. Aan het einde van de dag gaan Gin en ik nog een keer van de Climax! Whahaha!! Verveelt nooit denk ik.
Die avond krijg ik al een brok in m’n keel als ik bedenk dat dit de laatste avond met Ubs is.
Als ik de volgende morgen wakker wordt is het nog erger en stromen de tranen ongeveer de hele ochtend over m’n wangen. We gaan nog even naar het strand en dan zit het er echt op. Ruub vliegt terug naar Amsterdam. Hoewel ik weet dat de komende 2,5 maand geweldig zullen worden, voel ik me al eenzaam terwijl hij nog naast me staat en zou ik zo achter hem aanrennen, het vliegtuig in naar Amsterdam. Daarom blijven we niet te lang treuzelen op de luchthaven en gaan Bram, Gin en ik snel terug naar de stad voor drankjes en ik neem een heerlijk toetje. Emo-eten, but i couldn’t care less.
Nu staan we zelf op de luchthaven om naar Singapore te vertrekken. Gelukkig, want het liep even anders dan gepland. We zouden om 15.40 vliegen maar toen we om 13.30 op de luchthaven aankwamen stond de vlucht nog niet op de borden. Misschien omdat het nog geen 2 uur van tevoren is, stelde ik mijzelf gerust. 10 Minuten later stond er nog steeds niks. Zweethandjes… Ik zag een dame van Tiger Airways en vroeg haar hoe laat de incheckbalie open zou gaan. Ze keek me vreemd aan en vroeg voor welke vlucht. Toen keek ze nog vreemder en ja hoor ‘your flight left this morning’. Great. Dat wisten wij niet. Cheaptickets had hun eigen gegevens op het tickets gezet in plaats van ons e-mailadres en telefoonnummer. De mail van Tiger dat de vlucht gewijzigd was hebben wij dus nooit ontvangen. Gelukkig was de dame van Tiger super behulpzaam. Ze was al klaar met werken maar regelde voor ons twee zitplaatsen in het volgende vliegtuig naar Singapore wat al overboekt was. We moesten 70 euro per persoon betalen voor se tickets maar we konden in ieder geval om 18.55 mee! Ook zijn we blij dat we genoeg tijd hadden ingecalculeerd voor onze vlucht naar Australië. Ik moet er niet aan denken dat we de aansluiting zouden missen. Nu zitten (of liggen eigenlijk) we bij La Place! Die hebben ze hier ook! En na 1,5 dag Singapore vliegen we naar het volgende continent: Australië!!!

Allemaal bedankt voor al jullie lieve reacties op Facebook, deze blog, sms’jes en whatsapp berichtjes. Wat een schatten van een mensen heb ik (niet letterlijk op het moment) om me heen! Lief! En veel plezier met de wedstrijd vanavond! Deze keer zorg ik dat ik het wel live mee kan maken!! Dikke kussen en veel liefs!
Xxx

5

Viva Vietnam en liefde op Bali

Viva Vietnam en liefde op Bali

Hanoi, onze laatste bestemming met de meiden. Die gedachte alleen al maakt me verdrietig. Het is zo fijn om na bijna 3 maanden weer even je eigen vriendinnen en zus te zien. Meteen weet ik weer waarom ik zo van deze dames houd. En zusterliefde, de mensen met een zus weten wel wat ik bedoel 🙂 We zingen, lachen, drinken en genieten hier wat af. We krijgen regelmatig te horen dat mensen het zo gezellig met ons vinden. Yep, my girls!

In Hanoi verblijven we in een hostel wat een waar backpack paradijs blijkt te zijn. Elke avond wordt er wel een feest georganiseerd en de kroegentochten lopen vaak uit de hand, op een goede manier 😉
We arriveren rond 8 uur ’s ochtends en beginnen de dag meteen met een 2 uur durende stadswandeling door Hanoi. We komen langs een lokale markt waar rauw vlees van kuikens, varkens, stukjes hond en bizar grote opengesneden vissen op vieze stukken karton uitgestald liggen op de grond. Ook zien we veel oude en mooi gerimpelde omaatjes met traditionele Vietnamese hoed langs lopen met een stok op de schouder en twee hangende schalen aan beide uiteinden. Ze verkopen echt van alles. Van groenten en fruit tot maandverband en bezemstelen. We lopen verder langs de enorme stoffenmarkt waar werkelijk elke kleur stof in verschillende materialen kan worden gekocht. Na de lunch bekijken we de vele winkeltjes met allerhande souvenirs en ploffen we neer op een terrasje om lekker mensen te kijken. Het straatbeeld van Hanoi is rumoerig en kleurrijk.
Tegenover het hostel heeft een oudere dame het goed bedacht: half the prize, dubbel the size. Dus zitten we op krukjes voor haar woning op de stoep met een fles vodka en 7-up. Dit voor nog geen 3 euro. Als de politie komt worden we weggestuurd. Tenzij je stil bent en in een donker steegje wacht tot zij gepasseerd zijn. Daarna mag er weer gepraat worden. Tot de politie weer langs komt: kleppen dicht! Hilarisch. Only in Hanoi!

De volgende dag gaat de wekker vroeg want we nemen de bus naar Halong Bay. Dit gebied in de Golf van Tonkin bestaat uit 1600 waanzinnige eilandjes en rotsen die willekeurig uit de oceaan lijken te schieten. Het begint een beetje afgezaagd te worden maar jeetje, weeeer zo’n paradijs. Net alsof we naar een ansichtkaart kijken. We stappen op de boot en openen direct een biertje op de ‘Castaway’ manier. Met een mes wordt een gat in de onderkant van het blikje gemaakt. Dan moet je hem wel schuin vasthouden, voordat alles eruit loopt. Je zet hem aan je mond en maakt tegelijkertijd aan de bovenkant het blikje open en slok, slok, slok, gone!! Door de zuurstof toevoer gutst het bier uit het blikje. Helaas zijn we nog niet erg geoefend dus loopt het niet helemaal lekker en door de zuurstof blijven we boeren. Bleh. We houden het verder bij drankjes met een rietje 😉 Na het kajakken tussen en onder de rotsen door laten Chan en Es ons even zien wie de echte bikkels zijn. Ze springen zo van de zeker 6 meter hoge boot af!! Ik krijg al klamme handjes als ik de dames over de railing zie hangen. Echte lefbeesten!! Pas daarna zien we een enorme kwal met hele lange tentakels de boot passeren. Als ze daar op zouden zijn gesprongen…!!

’s Avonds op de boot gaan we strijdlustig langs een tafel met kaarten staan, klaar om te winnen met drankspelletjes. Als ik binnen 3 minuten de tepel van een smerige kerel moet likken (vies, harig, dik en zout van het zweet) houden we het voor gezien. Alleen Don blijft nog staan maar gelukkig vallen haar opdrachten mee. Wel moet ze van kleding ruilen met een enorme kerel… Lekker, andermans zweetshirt aan. Gelukkig zit er al wat alcohol in dus ziet zij hier de lol van in. Wij blijven lekker zitten en aanschouwen het tafereel. Schmutziger bootsjungens, dan maar een loser, toedeloe!

We slapen in prima hutten op de boot en komen de volgende dag aan op het privé eiland van Castaway. We zonnen, zwemmen, genieten en besluiten berg te beklimmen. Don en ik gaan als eerste. Het blijkt behoorlijk lastig dus halverwege de berg taaien we af. Joyce, die eerst nog twijfelde te gaan, gaat daarna als een raket de berg op! Left foot up, change weight, right foot up. Voor we het weten zit ze in de top van de berg! 22 meter! Wauww! We juichen en zijn apetrots!
Na deze inspanning is het tijd voor ontspanning en drinken we biertjes op het privé strand. Genieten geblazen! Douchen onder de bomen en dan staat het eten alweer klaar. Gegrilde kip, groenten en kreukelfrieten!! Yummmm! Lekker smikkelen! Na wat dansjes en drankjes gaan we de zee in om de plankton te laten shinen. Hoe het precies zit weten we nog steeds niet maar als het een paar dagen warm genoeg is geweest en de maan niet teveel licht geeft (Black moon was het die avond) lichten de plankton deeltjes op als zij in de zee in beweging worden gebracht. Dat gebeurde dus, en hoe!! Overal fluoriserende fonkelende mini sterretjes, het lijkt wel magic! Als ware nacht meerminnen spetteren we in het water totdat de lichtgevende plankton op onze huid blijft plakken, zo leuk! Na nog wat drankjes gaan we slapen in onze hutjes op het strand. Klamboe en anti-insecten spul weer paraat en in slaap vallen met de brekende golven als achtergrond muziekje, sweet dreams 🙂
’s Nacht gaat het onweren en worden we weer getrakteerd op een echte lasershow. De zee en rotsen van Halong Bay worden zo nu en dan verlicht door de lichtflitsen die door de lucht schieten. Puur natuur!
Helemaal zen worden we wakker op het eiland en hebben we een heerlijk ontbijtje. Dan gaan we de boot weer op om terug te varen naar het vaste land. Dat betekent dus ook dat de meiden morgen alweer naar huis gaan. Ik moet er echt nog niet aan denken, wat zal ik ze missen.
Die avond gaan we nog een keer met zijn allen op de plastic krukjes zitten met een broodje shoarma van de overkant en proosten we op twee geweldig leuke weken!
Als de volgende morgen de wekker gaat weten we allemaal dat het er nu echt op zit. Nog een keer met zijn allen ontbijten, spullen inpakken en met de taxi naar de luchthaven. Bij het afscheid vloeien er wat traantjes over de wangen, maar niet te lang blijven treuren want we hebben het super leuk gehad!
Omdat er met de meiden ook heel wat energie is vertrokken en we niet bij de pakken neer willen zitten, besluiten Don en ik die avond mee te doen aan de kroegentocht die het hostel organiseert. En dat is me er een, hou op schei uit. De laatste dagen in Hanoi vullen we met culturele bezoekjes en we gaan voor 2 dagen naar Mai Chau. Dit is een klein authentiek plaatsje 4 uur rijden van Hanoi vandaan. Tussen het bergachtige landschap liggen vele rijstvelden, grazen buffels en zien we de Vietnamese boeren (wat vooral vrouwen zijn) aan het werk, compleet met traditionele hoed op. Op de fiets verkennen we een paar kleine dorpjes en leren we hoe een zijden sjaal met de hand geweven wordt. Een karweitje van zo’n 60 uur. We slapen bij locals thuis en de volgende dag gaan we op semi-automatische motors door de bergen, langs een waterval en naar een stuwmeer. Vanuit dit meer worden de rijstvelden van water voorzien. Terug in Hanoi pakken we onze tas in om de volgende morgen voor het eerst sinds 3 maart het vliegtuig te nemen; off to Singapore!!

Als we na een prima vlucht de metro uitstappen staan we midden in het centrum van Singapore. Het is al donker en de overweldigende wolkenkrabbers zijn spectaculair verlicht. Wooow!! Wat een ontvangst! We vinden een hostel, frissen ons even op en gaan dan meteen de H&M in, die hebben we gemist!
De volgende dag vermaken wij ons met de hop on-hop off bus en ’s avonds spreken we af met een kennis van Donja die al 2 jaar in Singapore woont en werkt. Hij laat ons de leukste uitgaansplekken van de stad zien. Dat is handig, want je mag niet overal op straat drinken. Als je uit je flesje water drinkt in de metro kun je bijvoorbeeld een boete krijgen! Daarom beginnen we op een brug, de enige plek waar je wel buiten mag drinken en roken, met uitzicht op de vele terrasjes van het uitgaansgebied. Overal staan en zitten jongeren gezellig een biertje van de supermarkt te drinken, want de bars en cafés zijn veel te duur. Daarna gaan we een danscafé in waar een band speelt. Het is er gezellig maar na twee biertjes zijn we blut. Zo slijten we onze dagen in Singapore. Overdag cultureel en ’s avonds lekker hangen. Het is leuk om mensen te kijken. We zien veel westerse expats, rijke Arabieren, Chinese handelaren, Indiërs en een handje vol toeristen. Natuurlijk bezoeken we ook de Marina Bay Sands, het prestigieuze hotel met een zwembad tussen de drie gebouwen bevestigd op de 57e verdieping. Tegen de avond komen we nog een keer terug om de skyline ook by night te bewonderen. We geven hier te veel geld uit, maar je bent niet in Singapore geweest als je niet van dat uitzicht hebt genoten; fantastisch!!! Ja, we houden van Singapore; van de luxe, de skyline, de ontelbare hoeveelheid ruime winkelcentra, MacDonalds, de schone straat en lucht en stiekem vinden we de vele Ferrari’s, Lamborghini’s en Porsches ook wel interessant.

Na 4 nachten in Singapore vliegen we verder naar Bali!! En Jaja, hier gaan we ubs van het vliegveld halen!!! EINDELIJK!! Na precies 3 maanden zie ik ubs weer in het echt. En hoewel we elkaar veel gezien en gesproken hebben via FaceTime en Skype kan ik echt niet wachten om hem te zien!!
Als we op de luchthaven van Denpasar, Bali, aankomen krijg ik al een beetje kriebels in mijn buik. Over ongeveer 24 uur loopt Ubs hier ook. Hetzelfde gebeurt als we door Kuta lopen. Ineens kijk ik anders naar de omgeving, hoe zal hij dit vinden? Oh, leuk tentje om te eten, past wel bij Ubs. En zo gaat dat door. Bram en Ginger zijn al een paar dagen in Kuta dus ’s avonds spreken we af. Zo leuk om ook hen weer te zien. Zij zijn eind januari naar Azië vertrokken dus dat is al helemaal lang geleden.
De volgende dag begint lekker op het strand van Kuta en rond 19.00 uur staan we op de luchthaven. Enigszins nerveus dringen we asociaal ver voor om de aangekomen toeristen te screenen. Nee, nog geen Ubs. Twee uur later nog niet. De rij bij immigrations is extreem lang maar dan eindelijk zie ik hem!!! Rennnennnn!! Ja, dit had leuk geweest voor hello-goodbye!

Ubs is gearriveerd en dat betekent lekker luxe uit eten en genieten van al het moois op Bali. De volgende dag nemen Don en ik surf-lessen. Paddle, paddle, stand-up, right foot first, go!! We beginnen op het strand en gaan na een paar keer oefenen de zee in. Allebei hebben we een eigen instructeur die ons bord in balans houdt en ons de juiste golven laat pakken. En warempel; allebei blijven we staan. Het is nog wat wankel en verdient geen schoonheidsprijs maar we staan en laten ons voortduwen door de golven!! Wooeeeehoeeeww!! Het is loodzwaar dus na 2 uur zijn we uitgeteld en de volgende dag zijn de spieren stijf, maar wat gaaf!

Na 2 dagen met Ubs in Kuta gaan we landinwaarts richting Ubud. Hier heeft Fleur 3 maanden voor haar minor gezeten dus we zijn benieuwd naar het dorpje en de stichting waar zij onderzoek voor heeft uitgevoerd. We slenteren de lange dorpstraat af tot we een leuk vrouwtje tegen komen die nog 3 slaapkamers vrij heeft. Toeval bestaat niet toch? Het huis blijkt letterlijk achter de stichting Sjaki-Tari-Us te staan! Het vrouwtje, ze noemt zichzelf mama Loka, schiet meteen in de lach als ze Rubens 2.02 meter lange gestel ziet. Als we de kamer in willen en Ruub enorm moet bukken om er doorheen te kunnen, stikt ze zowat van het lachen. En dat blijft de komende twee dagen zo.
Een paar stappen verderop zit ook een goede massagepraktijk en leuke cocktail lounge waar we lekker neerploffen. De volgende morgen willen we naar het speelkwartier van de stichting maar deze blijkt vreemd genoeg gesloten. Helaas pindakaas:( Dan huren we scooters en komen langs waanzinnige rijstvelden. De echte, met super veel plateaus! Als ik in de Lonely Planet over een chocolade fabriek lees worden Gin, Don en ik enthousiast. Volgens de LP is het makkelijk te vinden en open voor bezoekers. Allebei niet waar. Als we de fabriek eindelijk hebben gevonden blijkt deze gesloten te zijn voor de enorme hoeveelheid toeristen. Er moet eerst een en ander aangepast worden om de mensen stroom aan te kunnen. Again, helaas pindakaas.

De volgende morgen staan we vroeg op om met de bus en boot naar de Gili eilanden te vertrekken. Deze 3
eilanden naast Lombok schijnen paradijselijke eilanden te zijn waar goed gesnorkeld kan worden. Het is er ook lekker eilands primitief; in plaats van auto’s of scooters gebruikt men paard en wagen als vervoersmiddel.
Enigszins teleurgesteld stappen we op het strand van Gili Trawangan. Het is niet dat het geen plaatje is, we zien het blauwe water, het witte zand en de kleurrijke bloemetjes in de bomen. Het strand is alleen vies van sigarettenpeuken, aangespoeld dood koraal en het water is inmiddels niet meer helder. De paarden staan soms te wankelen op hun poten vanwege de zware lading die zij in de aanhangkarren over het zand moeten trekken. Als een paard even verderop letterlijk omvalt heb ik mijn buik er van vol. Het eiland is eigenlijk ten onder gegaan aan de vele toeristen die dagelijks aankomen. Maar zowel Bram en Ginger als Don en ik hebben al zoveel gezien, wij zijn inmiddels gewoon verwend. Gelukkig zien we wel heel mooie en schone stranden als we op de fiets het eiland rond gaan. Ook hier doen we lekker luxe en eten en drinken we bij mooie strandtenten. Na 3 nachten op Gili Trawangan gaan we verder naar het tweede eiland, Gili Meno. Hier is vrij weinig te doen en dat betekent weinig toeristen en dus schone stranden, mooie resorts voor weinig en geen dronken backpackers. Helaas kunnen we maar een nachtje op dit eiland blijven. Omdat we nog meer van Bali willen zien gaan we met de speedboot terug naar Sanur. We hoorden goede verhalen over Sanur, wat een luxere badplaats is op Bali. Misschien zaten wij in een verkeerd deel van Sanur, is de badplaats in een paar jaar verloederd of heeft het met het seizoen te maken, maar wij vonden het maar een armoedige zooi. Een lelijk en (daarom waarschijnlijk) leeg strand, niemand in de zee en geen mooie boulevard maar een soort vergane stoep tussen de hotels en het strand.. Nou, Ruub concludeert: wat een pauperzooi dat Bali. Waarschijnlijk moet je veel centen neerleggen om aangelegde parken en andere paradijsjes te zien. Na één nacht in Sanur in een eng hotel (rattenkeutels, schimmellucht en enge buddhistische beelden van monsters met ontblote tanden) gaan we terug naar Kuta. Dat mag dan het Chersonnisos van Bali worden genoemd, het is er wel levendig, gezellig en je kunt er gewoon op een strandbedje liggen. Dat doen we dus ook en ’s avonds eten we bij een mooie tent aan het strand waar een enorm resort aan vast blijkt te zitten. We mogen een kijkje nemen bij het zwembad en dat bieden ze niet voor niets aan. Het ziet er fantastisch uit dus de volgende dag vroeg uit de veren om gebruik te maken van de zwembaden, glijbanen, pingpong tafel, bubbelbaden, ligstoelen, handdoeken en uitstekende service. Daar moet natuurlijk wel voor betaald worden maar na de teleurstelling in Sanur boeit ons dat niet meer. Ter compensatie eten we die avond voor een paar euro bij een warung, een Indonesisch restaurantje in de buitenlucht. We willen opblijven want ’s avonds speelt Nederland zijn eerste WK- wedstrijd tegen Spanje. Daarom duiken we een kroegje in. Helaas sluit die al vroeg dus besluiten we nog even terug te gaan naar het hotel, een powernapje te nemen en daarna de wedstrijd – die hier om 03.00 uur begint – te kijken. Dat wordt natuurlijk niks en om 06.00 uur ’s ochtends schrik ik wakker!!! Neeee, zo’n mooie wedstrijd gemist! Hoe krijgen we het voor elkaar.

Als we de volgende dag op het strand liggen worden we verschillende keren gevraagd of we Nederlands zijn. Belanda, zoals ze Nederland hier noemen, en dan krijgen we een high five. Niet alleen wij zijn onder de indruk van de prestaties van het team van Van Gaal. De bevolking is hier sowieso vriendelijk en de meeste zijn altijd wel in voor een geintje. Een ijsverkoper op het strand schreeuwt bijvoorbeeld de hele dag ‘I scream You scream’. Leuke woordspeling. Als we er om lachen komt hij meteen meer grapjes maken, de naam Ruben wordt Arjan Rubben en zo haalt hij nog meer trucen uit.
De dagen gaan snel en we willen nog veel doen dus de volgende dag nemen we een taxi naar een mooie baai waar een tempel boven een rotswand is gebouwd. We krijgen allemaal een rok aan en slenteren richting de cliff waarop de tempel staat. Het uitzicht is fantastisch! De azuurblauwe zee kleurt wit als de golven tegen de rotsen breken, de rotswand is hoog en steil en daarboven staan mooie bomen met groene bladeren en kleurrijke bloementjes. Dan rijden we verder naar Padang Padang, een klein strandje tussen een rotsachtig gebied. Dit is inderdaad heel erg mooi en de tweede week van Bali begrijpen we beter waarom dit zo’n populaire vakantiebestemming is. Wat ook leuk is aan Bali en waarschijnlijk heel Indonesië is de Nederlandse invloed die je overal terug vindt. We hebben zo veel Nederlandse woorden gezien: rekening, halte, secretaris, dokter, beton, marmer en ga maar door. Tijdens de voetbal is heel Indonesië voor Nederland en heel veel mensen kunnen een aardig woordje Nederlands. Super leuk!

We trakteren onszelf vervolgens nog een keer op een goedkope massage. In Singapore en Australië zijn die niet te betalen, dus we nemen het er van.
Ruub en ik liggen naast elkaar in een kamertje en de dames die ons masseren zijn echt mini!! Ik moet vreselijk lachen als het meisje van 19 de tafel waar Ruub op ligt probeert te verschuiven. Er komt totaal geen beweging in dus moet zij haar collega om hulp vragen. Ook worstelt ze enorm om haar ene hand op Ruub zijn schouder te leggen en tegelijkertijd kracht uit te oefenen op zijn heup. Volledig gestrekt lukt het haar net aan om deze massage techniek in praktijk te brengen en ook zij moet er om lachen. Dan zijn de voeten aan de beurt. Haar twee handen boven elkaar zijn nog kleiner dan een schoenmaat van Ubs dus ook dan kijkt ze mij weer giechelend aan! Hilarisch. Even een foto’tje dan maar.
De laatste dag van Ubs gaan we naar het waterbompark in Kuta. Bram en Ginger gaan ook mee, zij zijn inmiddels ook terug in Kuta. In het park staan allerlei hoge waterglijbanen en je kunt er lekker relaxen op bedjes en in banden op het water. Gin en ik krijgen spontaan pretoogjes van de ‘Climax’. De glijbaan is maar 16 meter hoog, maar gaat zo ongeveer recht naar beneden met onderaan een looping. Je gaat per persoon in een kabine staan en dan wordt er afgeteld. Three, two, one, launch. Een klep onder je voeten klapt open en dan val je dus met een rotvaart naar beneden. Met 70 km per uur, 2,5 g-force en 7 seconden schiet je door de baan en is het klaar. GRUWELIJKKKKK!!! De rest van de glijbanen stellen daarna nog weinig voor maar alles blijft leuk. Vooral diegene waarbij je met 2 of zelfs 3 personen in een band alle kanten op wordt geslingerd zijn hilarisch. Aan het einde van de dag gaan Gin en ik nog een keer van de Climax! Whahaha!! Verveelt nooit denk ik.
Die avond krijg ik al een brok in m’n keel als ik bedenk dat dit de laatste avond met Ubs is.
Als ik de volgende morgen wakker wordt is het nog erger en stromen de tranen ongeveer de hele ochtend over m’n wangen. We gaan nog even naar het strand en dan zit het er echt op. Ruub vliegt terug naar Amsterdam. Hoewel ik weet dat de komende 2,5 maand geweldig zullen worden, voel ik me al eenzaam terwijl hij nog naast me staat en zou ik zo achter hem aanrennen, het vliegtuig in naar Amsterdam. Daarom blijven we niet te lang treuzelen op de luchthaven en gaan Bram, Gin en ik snel terug naar de stad voor drankjes en ik neem een heerlijk toetje. Emo-eten, but i couldn’t care less.
Nu staan we zelf op de luchthaven om naar Singapore te vertrekken. Gelukkig, want het liep even anders dan gepland. We zouden om 15.40 vliegen maar toen we om 13.30 op de luchthaven aankwamen stond de vlucht nog niet op de borden. Misschien omdat het nog geen 2 uur van tevoren is, stelde ik mijzelf gerust. 10 Minuten later stond er nog steeds niks. Zweethandjes… Ik zag een dame van Tiger Airways en vroeg haar hoe laat de incheckbalie open zou gaan. Ze keek me vreemd aan en vroeg voor welke vlucht. Toen keek ze nog vreemder en ja hoor ‘your flight left this morning’. Great. Dat wisten wij niet. Cheaptickets had hun eigen gegevens op het tickets gezet in plaats van ons e-mailadres en telefoonnummer. De mail van Tiger dat de vlucht gewijzigd was hebben wij dus nooit ontvangen. Gelukkig was de dame van Tiger super behulpzaam. Ze was al klaar met werken maar regelde voor ons twee zitplaatsen in het volgende vliegtuig naar Singapore wat al overboekt was. We moesten 70 euro per persoon betalen voor se tickets maar we konden in ieder geval om 18.55 mee! Ook zijn we blij dat we genoeg tijd hadden ingecalculeerd voor onze vlucht naar Australië. Ik moet er niet aan denken dat we de aansluiting zouden missen. Nu zitten (of liggen eigenlijk) we bij La Place! Die hebben ze hier ook! En na 1,5 dag Singapore vliegen we naar het volgende continent: Australië!!!

Allemaal bedankt voor al jullie lieve reacties op Facebook, deze blog, sms’jes en whatsapp berichtjes. Wat een schatten van een mensen heb ik (niet letterlijk op het moment) om me heen! Lief! En veel plezier met de wedstrijd vanavond! Deze keer zorg ik dat ik het wel live mee kan maken!! Dikke kussen en veel liefs!
Xxx

5

4 Comments

Soof

18 juni , 2014 at 2:38 pm

hi Dries. Goed dat je weer terug bent op je blog, ik maakte me al zorgen;) Te grappig dat je op die manier je bier hebt kunnen drinken, op tv ziet er er altijd zo cool uit, ik heb het een keer gedaan en heel me hoofd zat onder. Echt cooooll dat je ook naar Singapore bent gegaan, ik heb daar zoveel over gelezen. klopt het echt dat het daar zo schoon is? Ik hoorde zelfs dat je daar geen kauwgom mag kopen omdat je dat dan niet op de grond kan gooien. Serieus sommmige plaatsen roken? stelletje debielen. Leuk dat Ruub toen kwam, wat een ervaring dat hij dat ook met jou mag delen, alle foto's op Facebook zagen er romatisch uit (L) Eigen istructeur voor surfen? hebben jullie geld teveel ofzo? haha en echt cool die glijbaan. ik snap niet helemaal hoe je kan staan en dat er dan een luik opengaat, ga je dan niet dood ofzo? normaal moet je toch helemaal plat liggen en je handen op je hoofd doen? naja je moet maar uitleggen als je thuis komt. Geniet en Have fun XXXXXXXX

Yiri

18 juni , 2014 at 6:37 pm

He Mies, Echt leuk zo je verhalen te lezen. Ik droom helemaal weg erbij. Stoer hoor dat je het doet! Veel plezier in Ozzie en kijk weer uit naar je volgende verhaal. X

Mutti

18 juni , 2014 at 10:59 pm

Ahh wat een mooie verhalen weer, wijffie. We zien het helemaal voor ons, je schrijft erg leuk! En straks Australie, zalwel wennen zijn, alleen al de temperatuur. Zo rond de 22 graden, ook wel weer lekker he? Nou schat, goeie reis straks en tot snel! XXX

ingrid

26 juni , 2014 at 11:41 am

Michelle wat schrijf je leuk ! En wat is het genieten van jullie verhalen, heerlijk. Ik zie weer uit naar het vervolg. Liefs, ook aan Don, van t. Ing.

Feel free to respond!

Laat een bericht achter

Geef een reactie